Elke speler heeft 12 verborgen kaarten (3x4). Twee zijn met de voorkant naar boven gedraaid. Tijdens je beurt mag je de bovenste kaart van de afleg- of trekstapel pakken. U kunt één kaart (verborgen of open) uitwisselen vanaf uw display. De ronde eindigt als een speler alleen maar open kaarten heeft. (gelijke beurten). Alle kaarten worden onthuld. Voeg de nummers van de kaart toe om te scoren. Het spel eindigt nadat een speler 100 of meer punten heeft behaald. Wie het laagste getal heeft, wint.
Speciale regel: Wanneer een kolom van 3 kaarten allemaal dezelfde waarde heeft, worden ze weggegooid en niet meer gewaardeerd.
Kaarten worden gerangschikt van -2 tot 12