In Panda Spin probeert elke speler als eerste zijn hand van kaarten te ontdoen en bamboe te verzamelen om zijn panda's goed te voeden.
Panda Spin is een klimspel dat wordt gespeeld met een speciale stapel kaarten met twee koppen. Alle kaarten beginnen met de oranje dieren bovenaan. Elke speler krijgt een hand van twaalf kaarten en de overige kaarten worden op een stapel gelegd.
Tijdens het spel leggen de spelers kaarten voor een slag als enkele kaart, in sets, in rijen of in formaties (twee opeenvolgende paren, twee opeenvolgende triples, enz.) Als je de eerste speler bent in een slag, leid je wat je wilt behalve een bom, dat wil zeggen vier of meer kaarten van dezelfde waarde. Spelers moeten op hun beurt een hogere bijpassende set kaarten spelen, bijvoorbeeld een hogere three-of-a-kind op een three-of-a-kind, of passen, waarna ze niet meer in een trick kunnen spelen. (Een bom kan niet worden geleid, maar kan op elke kaartcombinatie worden gespeeld).
Als je past en je hebt kaarten gespeeld die allemaal oranje dieren bovenaan hebben, dan moet je de kaarten omdraaien zodat de blauwe dieren bovenaan staan. Elke keer dat je een kaart omdraait, verander je de waarde ervan afhankelijk van de kleur: de water 4 wordt bijvoorbeeld een paar Q's, de hout 6 wordt een bamboe A (en elke keer dat je een kaart met bamboe speelt, neem je een bamboefiche uit de reserve), de aarde 8 wordt een panda Q (waarbij je een bamboe steelt van een tegenstander voor elke panda die je speelt), het vuur 3 wordt een vuur 10, waarbij het vuur een waarde naar keuze heeft als je hem speelt.
Als je past en de kaarten die je hebt uitgespeeld minstens één blauw dier hebben, dan leg je al die uitgespeelde kaarten af. De winnaar van de truc legt altijd een blauwe kaart op tafel. De winnaar van de slag legt altijd alle uitgespeelde kaarten af en gaat daarna door naar de volgende slag. Als je een elementkaart speelt - Water verslaat bijvoorbeeld elk bod met 3 waarden - win je onmiddellijk de slag en trek je twee kaarten van de stapel.
Als een speler geen kaarten meer heeft - dat wil zeggen als hij "op" is - dan scoort hij bamboe gelijk aan het aantal kaarten van de speler met de grootste hand. Als alle kaarten op een speler na op zijn, eindigt de ronde, dan schud je alle kaarten (inclusief de winden) en geef je iedereen een nieuwe hand. Het spel eindigt als een speler aan het einde van een ronde 15 of meer punten heeft verzameld. De speler met de meeste bamboepunten wint het spel.